Het Rode Oor

Voor Het Rode Oor schreef ik een  stuk. Het was niet goed (geil? literair? inclusief?) genoeg om in de finale te komen van deze erotische schrijfwedstrijd. De opdracht was: Kies een contactadvertentie en schrijf een prikkelend, literair, erotisch kortverhaal.
Dus geen geen prijs, geen interview, geen credits.

Dit is wat ik schreef. Het heet Off-grid.

Off-grid

De onverdraaglijke snelheid van dit zoekend bestaan, het maakte dat mijn lijst met verboden karaktereigenschappen, toespelingen en hobby’s steeds langer werd.

Ooit, in mijn onschuldige begintijd, was hij begonnen met de woorden spontaan en citytrip. Ondertussen sloeg ik ook muzikanten, vrijdagmiddagborrels, jonge vaders en fitboys over waarmee ik onvermijdelijk was begonnen met het schieten in mijn eigen voet. Door mijn kritische houding stond ik al tijden droog. Ik bedoel hiermee natuurlijk: kurkdroog.

Zijn contactadvertentie bevatte echter geen woord te veel, en ook geen enkel verboden woord.

Ga je met mij mee naar de Tiny House beurs? Daar ontdekken we of we gelijkgestemden zijn.

Zijn naam was Ruben. Een verrukkelijke naam, alleen daarvan al begon het tussen mijn benen optimistisch en vreugdevol te kriebelen. Ik herkende het gevoel van toen ik als veertienjarige voor het eerst naar de kermis was gegaan. Voor de spiegel tuitte ik mijn lippen en met veel zuchtige lucht sprak ik zijn naam uit.
Ruben.
Rúúúbèn.

Mijn eigen aanmatigheid wond me direct op.

Op de beurs zag ik veel bezoekers in natuurtinten. Ongekamde haren, zelfgebreide vesten, mensen met een thermosfles in de hand terwijl ik zocht naar een bar met zelfgebrouwen bier die er niet was.

De lezing met de naam Zonder Wrijving Geen Glans, het mag schuren in de woongemeenschap begon op het moment dat wij naast elkaar voor een soort pipowagen stonden. Geschilderd in vrolijkbedoelde kleuren, zodat we niet onmiddellijk depressief werden van het benauwde gevoel en het schreeuwende gebrek aan ruimte dat zelfs aan de buitenkant zichtbaar was.

‘Wat vind je van dit slimme huisje?’ vroeg hij en heel kort raakten onze pinken elkaar. Het bliksemde onmiddellijk onder mijn rok.

‘Hoe oud ben je eigenlijk?’ vroeg hij en ik antwoordde dat ik Cindy heette. ‘Ja, echt.’

Hij sloot de smalle deur achter zich en ik kreeg het gevoel alsof ik moest bukken. Dat was in het geheel niet zo, er was ruimte genoeg voor mijn 1.65, zelfs op deze veertig vierkante meter waar alles aanwezig was om niks te hoeven missen, alles binnen handbereik te hebben en toch ongelukkig te worden. Aanrechtje, wastafeltje, en een twijfelaar die zich aarzelend onder de anderhalfzits-bank had verstopt.

Met zijn tanden botste hij tegen de mijne. Ik proefde hooi, terwijl ik dat nog nooit in mijn mond had gehad. Zijn baard prikte tegen mijn kin en ik legde mijn handen tegen zijn borst, tegen het flanel van zijn geruite hemd. Alleen al door met hem te zoenen voelde ik me meteen dichter bij de natuur staan. Daarvoor hoefde ik niet eens regenwater op te vangen.

‘Ruben,’ fluisterde ik. Hij had het buikje en de zwijgzaamheid waar ik al op had gehoopt.
‘Rúúúbèn.’

Mijn slipje werd vochtiger van mijn eigen stem. Ik drong me aan hem en zijn hardheid op. Hij liet het toe. Zijn vingers waren ruw en eeltig, ik voelde de haren op zijn onderste kootjes. Onder zijn meer dan flinke handen voelden mijn babyzachte billen gladder dan ooit.

Benieuwd hoe het verder gaat? Of brei je er zelf een einde aan?

Ik ben bereikbaar op Instagram, @cindysindee

 

Spread the love